In Memoriam Pol de Mont
Bron: https://www.poldemontgenootschap.be/index.php
Titel:Pol de Mont - Wambeek
Auteur:Pol de Montgenootschap
Wambeek, 15 april 1857 - Berlijn, 29 juni 1931
De Bond van Oostvlaamsche Folkloristen heeft een eereschuld aan Pol de Mont. Zijn plotseling verscheiden op meer dan 74 jarigen leeftijd mag dan ook niet voor ons onopgemerkt voorbijgaan. Hij was het immers die op dien heuglijken dag van 14 April 1926 onzen jongen bond boven de doopvont hield en iets van zijn onverwoestbaar optimisme en idealisme aan den boreling medegaf. Kon men een beter peterschap voor een bond van Vlaamsche folkloristen wenschen ?
Eenmaal, in 1878, was de wekroep tot het folkloristisch onderzoek in Vlaanderen van hem uitgegaan. Pol de Mont was toen nog student te Leuven en schreef in het studententijdschrift : " Het Pennoen ,,. Hij organiseerde de folklorebeweging. Hij ontdekte folkloristen, moedigde ze aan, vormde ze.
Over zijn kennismaking met Alfons de Cock, laten wij hem zelf aan het woord
" Toen ik de Cock, toen hoofdonderwijzer in het geen twee uren gaans van mijn geboortedorpje Wambeek gelegen Denderleeuw, in den zomer 1888 leerde kennen, had hij reeds een paar werkjes uitgegeven, met name een eenigszins populaire " Flora der Dendervallei ", 1883 en een volksboek over " Simon Stevin ", 1888. In het eerstgenoemde verraadt de schrijver op meer dan één plaats, dat hij zin heeft voor wat boeren en werklieden gelooven en vertellen. Hem was overigens lang te voren een door mij in 1878 tot de Vlaamsche studenten gerichte oproep tot het verzamelen van folkloristische " overleefsels " onder de oogen gekomen ; hij was lid van " Het Taalverbond , in 1886 te Antwerpen door Max Rooses, Jul. de Geyter, D. Sleeckx, Mac Leod, P. Fredericq, Vuylsteke en mij zelf gesticht en had het " Programma van Werkzaamheden " gelezen, afgekondigd door de in "Het Taalverbond" ,. op 29 Nov. 1889 tot stand gekomen afdeeling Volkskunde " ; ook had hij ingeteekend op het tijdschrift "Volkskunde", dat ik zelf enkele maanden te voren gesticht had en waarvan, op mijn voorstel, een ander jong en vurig beoefenaar van de Folklore, wijlen August Gittée, toen leeraar in een Waalsch Atheneum, met mij redakteur was.
Als bemiddelaar, bij onze kennismaking, was opgetreden de hoofdonderwijzer van Liedekerke, de Backer, die reeds sedert verscheidene jaren, op mijn verlangen, uit den mond van zijn leerlingen en ook wel eens van hun ouders " vertelsels " voor mij opteekende.
Toen ik, in September van het gemeld jaar, eenige dagen bij mijn ouders doorbracht, kwamen de Backer en zijn ambtgenoot de Cock mij opzoeken en het uren lange gesprek, dat, in mijn vaders bloementuin in de schaduw van twee oude siersparren plaats vond, liep uitsluitend over de Folklore in het algemeen, over mijn eigen plannen zoowel met " Volkskunde " als met de verzameling Vlaamsche volkssprookjes, waarvan ik al zoo lang droomde. Toen ik de Cock en zijn makker, dien bizonder mooien avond, even vóór zonsondergang tot aan den alouden Caesars- of Duivelsweg, de " kalseide " van Assche naar Edingen, begeleid en daar van beiden afscheid had genomen, had ik het bewustzijn, dat ik niet alleen een vriend, maar een idealen medewerker rijker was geworden. "
Beter, noch welsprekender, getuigenis kan men afleggen van zijn verhouding tot de folkloristen van zijn tijd in het algemeen, tot Alfons de Cock, onzen grootsten wetenschappelijken folklorist omstreeks 1900 in het bijzonder.
Pol de Mont was een animator op het gebied van de folklore door het woord en door de daad. Zooals hij op het gebied van de letterkunde een onmisbaren schakel vormt tusschen twee tijdperken, tusschen de " Dicht- en Kunsthalle " van Heremans en de " Van Nu en Straks " van Vermeylen, is hij op het gebied van de folklore de wegbereider van de zelfstandige beoefening van de folklorewetenschap.
Hij stichtte het " Nederlandsch Tijdschrift voor Volkskunde " (1888) en was er de leider van tot 1893 met August Gittée, tot 1906 met Alfons De Cock. In "Volkskunde" vindt men een groot aantal belangrijke bijdragen van zijn hand, o. a. " Onze Vlaamsche Componisten ofte Liedjeszanger " en " Meigebruiken in Vlaamsch-België " (elders zal men de volledige bibliografie aantreffen). Buiten " Volkskunde " verschenen in " Nederlandsch Muzeum " : " Een folkloristisch Paaschei ,,, " Het Lied van den Boom ,,, " Leugenliederen en vertelsels ,,, enz.
Toen nieuwe plichten - het Conservatorschap van het Museum van Schoone Kunsten te Antwerpen - en idealen - de kunstopvoeding van zijn volk - hein riepen en in beslag namen, liet hij het tijdschrift, zijn geesteskind, aan de goede zorgen over van zijnen besten medewerker en discipel, zijn vriend Alfons De Cock.
Het hoogtepunt van zijn folkloristische werkzaamheid heeft Pol de Mont zonder twijfel bereikt in de volksletterkunde, in de uitgave van " Dit zijn Vlaamsche Wondersprookjes " en " Dit zijn Vlaamsche Vertelsels ,,. De eerste verzameling verscheen te Gent bij A. Siffer (Deventer-Kluwer & C°) in 1896, de tweede insgelijks te Gent bij Van der Poorten (Deventer-Kluwer & C°) in 1898. In het Voorwoord van de " Wondervertelsels uit Vlaanderen " (Zutphen- W. J. Thieme & C°, 1924) heeft Pol de Mont de geschiedenis medegedeeld van die " historische " verzameling, die een mijlpaal beteekent in de studie van de Sprookjeskunde in de Nederlandsche gewesten. De Voorrede van de " Vlaamsche Vertelsels ", zonder twijfel van Pol de Mont, is een echt manifest voor de beoefening van de wetenschappelijke folklore. Daar is niet alleen de dichter, maar ook de man van wetenschap aan het woord.
Denkt nu maar niet bij man van wetenschap aan droge geleerdheid. Bij Pol de Mont voelt men de geleerdheid niet aan als iets hinderlijks. In de wetenschap, in de folklorewetenschap, was Pol de Mont als overal elders - men weet dat hij uitzonderlijk begaafd en veelzijdig was - de man met den helderen blik en het warme hart, de man die het volk lief had en voor het volk - zijn volk - wist te dichten, te schrijven en... te vertellen. Om die reden zijn de " Volkssprookjes " en de vertellingen uit " Op mijn Dorpken " met elkander verwant. Zij vullen elkander aan. Pol de Mont is als dichter en folklorist wellicht onze grootste Vlaamsche heimatkunstenaar.
De Bond van Oostvlaamsche folkloristen zal hem, den folklorist bij Gods genade, steeds dankbaar en eerbiedig gedenken
Paul De Keyser.
Oost-Vlaamsche Zanten jrg 6 nr 5, pp89-92
Naar boven Print deze pagina